07:05:1945: introductie

07:05:1945:
Op Maandag 7 mei 1945 omstreeks 3 uur ‘s middags vond een schietpartij plaats op de Dam in Amsterdam, met tientallen doden en 120 gewonden als gevolg. Volkomen onverwacht openden soldaten van de Kriegsmarine vanuit de Groote Club op de hoek van Kalverstraat en Dam het vuur op de feestende menigte die zich op de Dam had verzameld om de geallieerden te verwelkomen. Het bleek echter dat slechts een klein aantal Engelse verkenningseenheden het centrum bezocht om vervolgens de stad weer te verlaten. Het gerucht dat de stad die dag zou worden bevrijd bleek dus ongegrond. Amsterdam werd op 8 Mei officieel bevrijd.

Na de capitulatie van de Duitsers in Nederland op 5 Mei ontstond een gevaarlijk machtsvacuüm: gewapende eenheden van de Binnenlandse Strijdkrachten manifesteerden zich met arrestaties, terwijl de Duitsers nog aanwezig waren. Tot op heden is onduidelijk hoe de schietpartij is ontstaan, maar het kan te maken hebben met een schotenwisseling op en rond de Nieuwe Zijds Voorburgwal.

Het schietincident op de Dam is een van die tragische gebeurtenissen die een overgangsperiode in oorlogstijd typeren: de oude machthebbers zijn nog niet vertrokken terwijl de nieuwe hun positie pogen te consolideren. Het project representeert in dat opzicht niet alleen deze specifieke historische gebeurtenis: geweldsexplosies als die op de Dam hebben altijd en overal plaatsgevonden. Daarom is het in zijn reikwijdte zowel specifiek als universeel.

De schietpartij op 7 mei 1945 onderscheidt zich echter van soortgelijke gebeurtenissen door de grote hoeveelheid fotografen (zowel beroeps- als amateurfotografen) die vanuit meerdere standpunten de schietpartij vastlegde, en een filmopname die de paniek volgend op de beschieting toont. Hierdoor kan de gebeurtenis in grote lijnen worden gereconstrueerd.

Vandaag de dag is door de voortgeschreden technologie iedere getuige of deelnemer een potentiële grassroots fotojournalist. Met smartphones worden korte filmpjes opgenomen, en fotograferen betogers rellen om ze vervolgens op Internet te publiceren. Het beeldmateriaal is echter fragmentarisch en de kwaliteit is vaak ver te zoeken. Wat de schietpartij op de Dam betreft is er zowel kwantitatief als kwalitatief sprake van een zeldzaam volledige beeldregistratie; hierdoor kan een reconstructie worden gemaakt met beeldmiddelen die, voorbij de fotografie, een nieuwe narratieve, monumentale ruimte kunnen genereren.

De Objecten
Als de schietpartij op de Dam kan worden beschouwd als een wreed Kammerspiel, dan zijn objecten bepalend, temidden van de paniek die volgde op de eerste Duitse mitrailleursalvo’s. Zij werden gebruikt als schild tegen de kogelregen.

Lantaarnpalen, een draaiorgel genaamd Het Snotneusje, een vrachtwagen met een achtergelaten Debrie-filmcamera op statief, een bakfiets met een geimproviseerd afdak van textiel, een ijscokar en twee kiosken aan de rand van het Damplantsoen fungeerden als schild. Zij vormden een bepalende constante (de actoren) temidden van de vluchtende en schuilende mensenmassa.

Bahalve deze objecten waren er ook objecten als fietsen en kinderwagens die achterbleven nadat de beschieting was gestaakt. Het is opvallend hoeveel er achterbleef, afgezien van de hierboven beschreven objecten: schoenen, tassen, kledingstukken en andere spullen, voorwerpen met een grote zeggingskracht, als wrakhout dat is achtergebleven na een zware storm.

De hiërarchie van betekenis wordt opgeheven in het gebruik van deze objecten binnen het project: een achtergelaten schoen heeft immers evenveel zeggingskracht als de ondubbelzinnige symboliek van het draaiorgel dat diende als schild en een deel van de kogelregen opving.

Enkele van deze kogels zijn bewaard gebleven. Hun bestaan, evenals van dat van het draaiorgel dat zich in de collectie van het Amsterdams Museum bevindt, maakt dat zij als object een vitale rol spelen in het ensemble van actoren dat tezamen het drama van 07:05:1945: zal vormen.

Met dit project wil ik een brug slaan tussen het vaak hoge abstracte gehalte van het (oorlogs-)monument als gestolde nagalm van een historische gebeurtenis, en de onversneden dramatische lading van de foto.

Met tientallen foto’s als basismateriaal reconstrueer ik de gebeurtenis met behulp van digitale technologieën en introduceer hiermee een speciale vorm van cultureel forensisch onderzoek. De foto’s bevatten data die in een 3D-ontwerpprogramma worden verwerkt, waarna zij met behulp van 3D-printers of computergestuurde freesmachines worden getransformeerd tot ruimtelijke objecten. Het schaalniveau van deze objecten is variabel: het loopt uiteen van objecten op ware grootte tot schaalmodellen, of juist sterke uitvergrotingen van details.